Beschrijving
1957 – 1963: Alleen vliegen is beter.
Tegen het einde van de jaren 1950 waren open tweezitters zo populair dat Mercedes-Benz besloot om de 300 SL (W 198) te bouwen. In het voorjaar van 1957 werd de legendarische “Gullwing” opgevolgd door de 300 SL Roadster, waarmee de sensatie van open rijden naar het assortiment high-performance sportwagens werd gebracht. Uitgerust met een nieuw achterasontwerp, beschikte dit model over state-of-the-art rijeigenschappen en werd het in 1961 de eerste Mercedes-Benz productieauto die schijfremmen op alle vier de wielen kreeg.
Verborgen onder de stijlvolle carrosserie, bleef het spaceframe de dragende structuur van de roadster, hoewel het een aantal wijzigingen had. Lager aan de zijkanten maakte het nieuwe frameontwerp nu conventionele voorste scharnierende deuren mogelijk. Dit maakte niet alleen het in- en uitstappen van de auto gemakkelijker, het was ook een belangrijke ontwerpvoorwaarde voor elk open voertuig. Dankzij de vlakkere achterkant van het frame en een opnieuw ontworpen brandstofreservoir was het reservewiel nu onder de vloer opgeborgen en kon het gebied onder de kofferklep met recht een kofferbak worden genoemd. De softtop was eenvoudig te bedienen en werd opgeborgen onder een speciaal gebouwd luik achter de stoelen wanneer dat niet nodig was. Vanaf eind 1958 leverde Mercedes-Benz optioneel ook een elegante en eenvoudig te monteren hardtop voor gebruik als het weer kouder werd.